Limburgs

Uitspraak
  • IPA: /mæːrzwin(kɐ)/ (Etsbergs)
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van maer (v, fabel) en zwien (zwijn).

Zelfstandig naamwoord

maerzwien o

  1. cavia
Verbuiging
Opmerkingen
  • Meestal wordt dit woord als verkleinwoord gebruikt.