Nederlands

 
1. Een pakje machorka uit de Tweede Wereldoorlog.
Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·chor·ka
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord machorka -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het machorkao

  1. wilde tabak met lage kwaliteit als rookwaar
     In Kolyma kun je ook zo wel rijk worden. De snelverdiende roebel: een hoog salaris, het poolrantsoen, de extra toeslagen, dat is één manier. De handel in machorka en thee is een tweede manier.[2]
Opmerkingen
  • Vooral gebruikt in de tijd van de Tweede Wereldoorlog, toen goede tabak schaars was geworden. [3]
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. machorka op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron
    Varlam Sjalamov (vert. Marja Wiebes & Margriet Berg)
    Drie verhalen uit Kolyma in: Raster. Nieuwe reeks., jrg. 2005 110 (2005), De Bezige Bij, Amsterdam, ISBN 9023418077, p. 146 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren  
  3.   Weblink bron
    G. L. van Lennep
    “Waarin... Van Pitto tot Roodpunt” (8 december 1979) op nrc.nl