mach
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mach
Woordherkomst en -opbouw
- eponiem genoemd naar de 19e-eeuwse Oostenrijkse natuurkundige , in de betekenis van ‘verhouding tussen de snelheid van het geluid en de eigen snelheid’ voor het eerst aangetroffen in 1953 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mach | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
mach m
- verhoudingsgetal tussen de stroomsnelheid van lucht (bij het vliegen) en de snelheid van het geluid
Op zeeniveau bij normale omstandigheden en afgezien van de wind komt mach 1 overeen met 1224 km/u.- De straaljager vloog met een snelheid van mach 2.
- ▸ De eerste raket werd gelanceerd om 06.45 uur, de tweede zeventien minuten later. Beide wapens legden ongeveer 380 kilometer af, bereikten een snelheid van mach 6,5 en een hoogte van 97 kilometer, aldus het Zuid-Koreaanse leger.[2]
Synoniemen
Opmerkingen
- Dit woord staat vóór het getal de de verhouding aangeeft.
Gangbaarheid
- Het woord mach staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "mach" herkend door:
49 % | van de Nederlanders; |
45 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "mach" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Bastiaan Nagtegaal“Noord-Korea houdt voor de zevende keer in een maand tijd raketproef” (24 augustus 2019) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be