Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maak·baar·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord maakbaarheid maakbaarheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de maakbaarheidv

  1. mate waarin iets gerealiseerd kan worden
Afgeleide begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid