maag-darmkanaal
- maag-darm·ka·naal
- (samenkoppeling) van maag, darm, samengesteld met kanaal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maag-darmkanaal | maag-darmkanalen |
verkleinwoord | maag-darmkanaaltje | maag-darmkanaaltjes |
het maag-darmkanaal o
- (biologie) het hele spijsverteringskanaal van de slokdarm tot de anus
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord maag-darmkanaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.