ludduvuddu Jan Steen
  • lud·du·vud·du
enkelvoud meervoud
naamwoord ludduvuddu
verkleinwoord

het ludduvudduo

  1. (psychologie) (schertsend) de pijn die men voelt over het verbroken zijn van een relatie of over de onbereikbaarheid van een geliefde
     Simpel was het allerminst, maar dat hadden de 60 deelnemers aan het Groot Almelo’s Dictee ook niet verwacht. Woorden als lovehandles, gepriviligieerde bourgeoisie, kalasjnikov, sannyasin en ludduvuddu maakten dit dictee méér dan pittig.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Met 'slechts' 25 fouten Groot Almelo's Dictee winnen” (09-12-2010), Tubantia