• lo·ya·li·teit
enkelvoud meervoud
naamwoord loyaliteit loyaliteiten
verkleinwoord - -

de loyaliteitv

  1. het trouw blijven aan iets of iemand
    • Aan zijn loyaliteit is geen twijfel. 
     Vanavond werd ik verplicht om naast graaf Bryston plaats te nemen, een pretentieuze blaaskaak die zeer weinig aan het hof is geweest. Hij is de bestuurder van een of ander godverlaten moerasland in het noorden en verkeert blijkbaar in de veronderstelling dat hij, vanwege de loyaliteit van zijn voorouders aan het koningshuis, over de koninklijke familie mag zeggen wat hij wil.[1]
     Ten derde is het voor adverteerders van belang om loyaliteit naar een merk zo vroeg mogelijk te stimuleren, zegt Van Reijmersdal. "Als kinderen op jonge leeftijd een bepaald merk tandpasta gebruiken, is de kans groot dat ze dit later als volwassene ook blijven gebruiken."[2]
99 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]
  1. Danielle Teller (vert. Marja Borg)
    “Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers  , ISBN 9789026346477
  2.   Weblink bron “Waarom juist kinderen zo interessant zijn voor sociale media” (09 oktober 2021), NU.nl
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be