• log·ger·tuig
enkelvoud meervoud
naamwoord loggertuig loggertuigen
verkleinwoord loggertuigje loggertuigjes

het loggertuigo

  1. (scheepvaart) een schip met twee masten, de voorste groter dan de achterste, met aan de voorste mast een emmerzeil en aan de achterste mast, de druil, een druilzeil