• lob·vor·mig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen lobvormig lobvormiger lobvormigst
verbogen lobvormige lobvormigere lobvormigste
partitief lobvormigs lobvormigers -

lobvormig

  1. vorm van een lob hebbend
    • Hoekhuis met voorgevel onder houten, lobvormig verhoogde, aan de zijgevel omlopende lijst met consoles en snijwerk om de hijsbalk in Amsterdam