literator

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  literator    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• li·te·ra·tor

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van het Latijnse literare met het achtervoegsel -ator

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	literator	literatoren literators
verkleinwoord	literatortje	literatortjes

Zelfstandig naamwoord

de literator m

1. (beroep) beoefenaar van de letteren, letterkundige

Synoniemen

• litterator

Vertalingen

    1.   

Spaans: literato (es) m

Gangbaarheid

• Het woord literator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "literator" herkend door:

80 %	van de Nederlanders;
70 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.