lingeriekoningin
- lin·ge·rie·ko·nin·gin
- samenstelling van lingerie en koningin
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lingeriekoningin | lingeriekoninginnen |
verkleinwoord | lingeriekoninginnetje | lingeriekoninginnetjes |
de lingeriekoningin m
- (pejoratief) (beroep) vrouw die veel geld heeft verdiend in de productie of handel van lingerie
- Het woord 'lingeriekoningin' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.