Nederlands

 
lijkstijfheid
Uitspraak
Woordafbreking
  • lijk·stijf·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lijkstijfheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de lijkstijfheidv

  1. het verstijven van het lichaam na het overlijden
     `Hoe laat is ze gestorven?'vraagt Albert. `Hooguit vier uur geleden. De lijkstijfheid is nog niet ingetreden.'[1]
     "De dierenarts constateerde al lijkstijfheid bij het jong: dat gebeurt normaal pas na een paar uur, dus het kalfje is waarschijnlijk al heel vroeg in de bevalling overleden."[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Carla de Jong
    “Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132
  2.   Weblink bron “Neushoornkalfje Burgers' Zoo dood geboren” (25-01-2016), NOS