liefhebberij
- lief·heb·be·rij
- Naamwoord van handeling van liefhebben met het achtervoegsel -erij
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | liefhebberij | liefhebberijen |
verkleinwoord | liefhebberijtje | liefhebberijtjes |
de liefhebberij v
- hobby, dilettantisme, gewoonte
- Hij had liefhebberij in het roken van sigaren.
- Hij had liefhebberij in het poetsen van zijn auto.
- Het woord liefhebberij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "liefhebberij" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be