1. klein rechthoekig document van stevig materiaal waarmee iemand kan aantonen dat hij bij een organisatie hoort
  • lid·kaart
enkelvoud meervoud
naamwoord lidkaart lidkaarten
verkleinwoord - -

de lidkaartv / m

  1. klein rechthoekig document van stevig materiaal waarmee iemand kan aantonen dat hij bij een organisatie hoort
    • Ze werden heel boos toen ze op mijn identiteitskaart zagen dat ik christen ben, en helemaal toen ze mijn lidkaart vonden van de socialistische volkspartij. [1]
75 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]