libidineus
- Geluid: libidineus (hulp, bestand)
- li·bi·di·neus
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘wellustig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1561 [1]
- afgeleid van libido met het achtervoegsel -eus [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | libidineus | libidineuzer | libidineust |
verbogen | libidineuze | libidineuzere | libidineuste |
partitief | libidineus | libidineuzers | - |
libidineus [3]
- betrekking hebbend op het libido, de geslachtsdrift
- wellustig
- Het woord libidineus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "libidineus" herkend door:
39 % | van de Nederlanders; |
38 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "libidineus" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ libidineus op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be