Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • le·ven·stan·daard
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord levenstandaard levenstandaards
levenstandaarden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de levenstandaardm

  1. (economie) het welvaartsniveau van een persoon of groep personen
     Dat Rusland moedwillig desinformatie verspreidt over het coronabeleid in Letland is onderdeel van een lange traditie. "Het Kremlin vindt het lastig te verkroppen dat de Baltische landen het goed doen. Ze zijn onderdeel van de EU, NAVO en eurozone, er heerst vrijheid en ook de levenstandaard is hoger dan in Rusland."[1]
     De voornaamste reden is pragmatisch: de terugkeer van de drachme staat gelijk aan het faillissement van het land. De Griekse schuld blijft staan in euro's. De schuld gemeten in drachmes zou meer dan verdubbelen. Daar komt bij dat de levenstandaard van de Grieken keldert. Het importeren van luxegoederen is voor de gemiddelde Griek dan bijvoorbeeld onbetaalbaar.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Russische invloed op vaccinatiecampagne Letland: 'Overheid kan weinig doen'” (Donderdag 15 april 2021, 20:20), NOS
  2.   Weblink bron “Willen de Grieken de euro?” (Woensdag 15 februari 2012, 15:20), NOS