letselschade
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- let·sel·scha·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van letsel en schade
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | letselschade | letselschaden letselschades |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- de lichamelijke en geestelijke (immateriële) schade die iemand ondervindt als hij of zij bij een ongeval betrokken is
Afgeleide begrippen
- letselschade-expert, letselschadeadvocaat, letselschadebureau, letselschadevergoeding, letselschadezaak
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord letselschade staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.