lesgeven
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- les·ge·ven
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van les en geven
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
lesgeven |
gaf les |
lesgegeven |
klasse 5 | volledig |
Werkwoord
lesgeven
- (onderwijs), inergatief de taak van een leraar op zich nemen
- Zij had de hele dag lesgegeven.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord lesgeven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lesgeven" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be