lesgebouw
- les·ge·bouw
- samenstelling van les zn en gebouw zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lesgebouw | lesgebouwen |
verkleinwoord | lesgebouwtje | lesgebouwtjes |
het lesgebouw o
- een gebouw waarin men onderwijs geeft
- De gemeente Wierden moet vanaf augustus zorgen voor een lesgebouw voor de evangelische school De Passie. Dat heeft staatssecretaris Van Bijsterveldt woensdag laten weten aan de Tweede Kamer. [1]
- Saxion Hogescholen kan mogelijk nog maanden geen gebruik maken van het Enschedese lesgebouw Hofstede Crull, omdat een oplossing voor het vloerenprobleem nog niet in zicht is. [2]
- Het woord 'lesgebouw' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lesgebouw" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Reformatorisch Dagblad 28 mei 2008 Wierden moet evangelische school gebouw geven
- ↑ Tubantia M. Ruesink 2 november 2017, Saxion-gebouw in Enschede mogelijk nog maanden buiten gebruik
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be