• len·den·bief·stuk
enkelvoud meervoud
naamwoord lendenbiefstuk lendenbiefstukken
verkleinwoord - -

de lendenbiefstukm

  1. (voeding) runderbiefstuk van de dunne lende
     Mama serveerde lendenbiefstuk met ui en ijs, dat ze uit het vriesvak van de koelkast haalde.[1]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767