Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • le·ger·of·fi·cier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord legerofficier legerofficieren
legerofficiers
verkleinwoord legerofficiertje legerofficiertjes

Zelfstandig naamwoord

de legerofficierm

  1. (militair) officier van het leger

Gangbaarheid

Verwijzingen