1. De leeuwenmanen hebben een donkerder kleur dan de rest van de vacht.
  • leeu·wen·ma·nen
enkelvoud meervoud
naamwoord - leeuwenmanen
verkleinwoord - -

de leeuwenmanenmv

  1. lange, ruigere beharing rond de hals van een mannetjesleeuw
     Dat zoveel recente animatiefilms dieren in de hoofdrol hebben, hangt deels samen met die ambitie om berenhaar, fladderende leeuwenmanen of een stugge pels zo goed mogelijk in beeld te brengen.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    André Waardenburg
    “Te veel flashbacks halen vaart uit mooi belicht kung fu-avontuur” (15 juni 2011) op nrc.nl