Boeken, schriften en pennen zijn klassieke leermiddelen, de computer en de tablet zijn modernere leermiddelen.
In 2013 leverden het Nationaal Onderwijsakkoord (389 miljoen) en het Begrotingsakkoord (650 miljoen) extra geld op, bedoeld voor leermiddelen, gebouwen, inventaris en docenten. De inspectie liet vorig jaar weten dat scholen mogelijk nog niet de kans hadden gekregen om het geld uit te geven. Inspecteur-generaal Monique Vogelzang zegt nu dat het verstandig is om reserves aan te houden, maar ze waarschuwt ook. [2]