leemachtig
- Geluid: leemachtig (hulp, bestand)
- leem·ach·tig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | leemachtig | leemachtiger | leemachtigst |
verbogen | leemachtige | leemachtigere | leemachtigste |
partitief | leemachtigs | leemachtigers | - |
leemachtig
- gelijkend op of eigenschappen hebbend van leem
- Het muren van het huis waren besmeerd met een leemachtige substantie.
- Het woord leemachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.