leefsituatie
- leef·si·tu·a·tie
- samenstelling van leef en situatie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leefsituatie | leefsituaties |
verkleinwoord | leefsituatietje | leefsituatietjes |
de leefsituatie v
- leefbaarheid
- De leefsituatie was door het ongeluk in de kerncentrale aanmerkelijk verslechterd.
- De leefsituatie is prima in Nederland.
- Het woord leefsituatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.