• leef·baar·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord leefbaarheid
verkleinwoord

de leefbaarheidv

  1. de mate waarin iets leefbaar is; de mate waarin je ergens prettig kunt wonen
     Wethouder Van Doorninck noemt de uitspraak heel goed nieuws voor bewoners. "De leefbaarheid van hun straat wordt beschermd."[1]
     Door de extreme weersomstandigheden als gevolg van klimaatverandering laait in de VS de discussie op over de leefbaarheid in risicogebieden. De keuzes die verzekeringsmaatschappijen maken zijn daar een goede indicator van. Experts zijn somber over de situatie.[2]
  1.   Weblink bron “Vestiging flitsbezorger A'dam moet dicht, gevoelige nederlaag darkstores” (26 april 2022), NOS
  2.   Weblink bron
    Ryan Hermelijn
    “Zorgen over verzekeringscrisis Florida groeien na orkaan Milton” (12-10-2024), NOS