• leef·ge·meen·schap
enkelvoud meervoud
naamwoord leefgemeenschap leefgemeenschappen
verkleinwoord - -

de leefgemeenschapv

  1. (sociologie) groep mensen die samenleven
    • Kibboets Tzora moest vanaf de grond worden opgezet, een kibboets is een collectieve leefgemeenschap waar meerdere gezinnen samen wonen en leven.. [2]
  2. (biologie) geheel van de groepen dieren en planten die samen in een bepaald gebied voorkomen
    • Bij ecosystemen zijn alle organismen in een leefgemeenschap betrokken - planten, dieren en bacteriën - en wordt rekening gehouden met de manier waarop elk lid van het ecosysteem energie gebruikten produceert. [3]