lastarm

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  lastarm    (hulp, bestand)
• IPA: /lɑstɑrṃ/

Woordafbreking

• last·arm

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  last zn  en  arm zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	lastarm	lastarmen
verkleinwoord	lastarmpje	lastarmpjes

Zelfstandig naamwoord

de lastarm m

1. een hefboom van b.v. een bouwkraan

Hyperoniemen

• arm

Gangbaarheid

• Het woord lastarm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lastarm" herkend door:

59 %	van de Nederlanders;
78 %	van de Vlamingen.