lasershow
  • la·ser·show
enkelvoud meervoud
naamwoord lasershow lasershows
verkleinwoord

de lasershowm

  1. een voorstelling met laserlicht
    • Als de avond valt, is de hoofdrol voor megapeuter, die met een lasershow spectaculair wordt aangelicht.[1] 
    • Het openingsconcert ging gepaard met een lasershow op de gevels. Het werd bijgewoond door bondspresident Joachim Gauk en kanselier Angela Merkel, en was live te volgen op YouTube. [2]  
  1. Tubantia 11-01-2017
  2. De Standaard 12/01/2017 door gvds, km