lasapparatuur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- las·ap·pa·ra·tuur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van lassen zn en apparatuur zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lasapparatuur | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de lasapparatuur v
- toestel dat men nodig heeft bij het lassen
- ▸ Bij een groothandel voor lasapparatuur in Alblasserdam heeft een grote brand gewoed. Het bedrijfspand is compleet verwoest. Volgens een woordvoerder van de brandweer zijn er voor zover bekend geen slachtoffers.[1]
Gangbaarheid
- Het woord lasapparatuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Grote brand verwoest bedrijf in Alblasserdam” (25 oktober 2016, 18:21), NOS