• larp
enkelvoud meervoud
naamwoord larp -
verkleinwoord - -

de larpv / m

  1. dikke snee brood of vlees (Groningen)
  2. tong (Scheveningen)
  3. zweep (Zaanstreek)
vervoeging van
larpen

larp

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van larpen
    • Ik larp. 
  2. gebiedende wijs van larpen
    • Larp! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van larpen
    • Larp je?