Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • land·weer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord landweer landweren
verkleinwoord landweertje landweertjes

Zelfstandig naamwoord

de landweerv / m

  1. (militair) een verdedigingslinie uit de late middeleeuwen, bestaande uit een of meer wallen en grachten
    • In Nederland worden landweren meestal vereenzelvigd met de sterkere landweer in de basis bestaande uit wallen en sloten. 

Meer informatie

Gangbaarheid