landschapsverzorging

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • land·schaps·ver·zor·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord landschapsverzorging landschapsverzorgingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de landschapsverzorgingv

  1. onderhoud van onbebouwde gebieden gericht op gezonde natuur en een aantrekkelijke omgeving
     De bedoeling is dat de komende jaren vijf a zes mensen op de boerderij komen 'werken'. Ze zullen vooral worden ingezet voor het verzorgen van het jongvee en de lammetjes. Verder kunnen ze helpen bij de landschapsverzorging en zijn er plannen voor een moestuin.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Joost van Kasteren
    “Rust en regelmaat te koop” (7 april 1998) op nrc.nl