Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • land·schaps·park
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord landschapspark landschapsparken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het landschapsparko

  1. landschap waarin zowel natuurschoon als cultuurhistorisch erfgoed aandacht krijgen
     Daarnaast is hij in opdracht van de provincie ook betrokken bij het invullen van de wettelijke natuurcompensatie in het gebied. Vrehen was in die tijd voorzitter van de stichting IKL (behoud en ontwikkeling van het landschap van Limburg) en van de Stichting Landschapspark Susteren.[1]
     Vijf Nederlandse natuurgebieden kunnen een zogenoemd Nationaal Landschapspark worden, adviseert de Commissie Verkenning Nationale Parken. In die parken zou niet alleen aandacht moeten zijn voor de bijzondere natuur, maar ook voor het cultuurhistorisch erfgoed. Bovendien zijn ze van internationale allure.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Remkes blokkeert uitbreiding tuin voormalig CDA-gedeputeerde Vrehen” (Vrijdag 23 april 2021, 12:28), NOS
  2.   Weblink bron “Advies: vijf natuurgebieden kunnen Nationaal Landschapspark worden” (Vrijdag 20 november 2020, 19:50), NOS