• land·bouw·cri·sis
enkelvoud meervoud
naamwoord landbouwcrisis landbouwcrises
landbouwcrisissen
verkleinwoord - -

de landbouwcrisisv

  1. (landbouw) (economie) crisis in de landbouw
  2. (geschiedenis) crisis in Europa tussen 1878 en 1895 die ontstond als gevolg van de import van goedkoop graan en andere landbouwproducten uit de VS en Canada