Een lakspuit.
  • lak·spuit
enkelvoud meervoud
naamwoord lakspuit lakspuiten
verkleinwoord - -

de lakspuitv / m

  1. (gereedschap) apparaat om een dunne beschermlaag op oppervlakken aan te brengen door die opgelost in een vluchtig oplosmiddel te vernevelen
     Ook de moderne schilder heeft zich al spoedig met het spuiten vertrouwd gemaakt, hetzij door het loonspuiten voor de industrie of voor enkelvoudige objecten, waar hij met succes de kwast voor de lakspuit verwisselt.[1]
  1.   Weblink bron
    Eijnsbergen, J.F.H. van
    “Het lakken van metalen : In het bijzonder: handleiding ten dienste van de lakspuiterijen der metaalindustrie” (1940), Ahrend, Amsterdam, p. 89