Nederlands

 
lakboom
Uitspraak
Woordafbreking
  • lak·boom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lakboom lakbomen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de lakboomm

  1. (plantkunde) Toxicodendron vernicifluum   boom waarvan met het sap gebruikt voor het maken van lak
Vertalingen

Gangbaarheid

40 % van de Nederlanders;
45 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be