lachend
- la·chend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | lachend | ||
verbogen | lachende |
lachend
- bezig zijn met lachen
- De lachende meisjes hadden veel plezier.
vervoeging van: | lachen |
verbogen vorm: | lachende |
lachend
- Het woord lachend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lachend" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be