laaft
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- laaft
Werkwoord
vervoeging van |
---|
laven |
laaft
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van laven
- Jij laaft.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van laven
- Hij laaft.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van laven
- Laaft!
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
Woordafbreking
- laaft
Werkwoord
laaft
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van laafe
Opmerkingen
laaft
- tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van laafe
- dihr / der / ihr / er laaft