laaft
- laaft
vervoeging van |
---|
laven |
laaft
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van laven
- Jij laaft.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van laven
- Hij laaft.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van laven
- Laaft!
- Het woord laaft staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- laaft
laaft
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van laafe
laaft
- tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van laafe
- dihr / der / ihr / er laaft