laadsnoer

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  laadsnoer    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• laad·snoer

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  laden ww  en  snoer zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	laadsnoer	laadsnoeren
verkleinwoord	laadsnoertje	laadsnoertjes

Zelfstandig naamwoord

het laadsnoer o

1. elektriciteitskabel waarmee men de accu of batterij van een apparaat kan opladen

   ▸ De eerste elektrische Mercedes is een feit. Deze EQC is door Minimax nagemaakt in schaal 1:43. Bijzonder geslaagd is de matte metallic-lak. Vrijwel alle details zijn terug te zien, eigenlijk ontbreekt alleen nog het laadsnoer met stekker.

   ▸ Technisch heeft Volvo de Plug-in goed voor elkaar. Op het linkervoorspatbord zit het bekende luikje voor het laadsnoer. Volledig opladen duurt 3,5 uur en dan komt de auto op de elektromotor nog maar 35 kilometer ver.

   ▸ Het nadeel van usb-c is dat je altijd een zogenoemde dongel nodig hebt om oudere usb-harddisks, hdmi- en ethernetkabels aan te sluiten. Deze is los verkrijgbaar. Volgens Apple is dat handig, omdat je zo veel meer vrijheid hebt om zaken aan te sluiten. Het laadsnoer is wel zonder koppelstuk aan te sluiten.

Synoniemen

• oplaadsnoer

Gangbaarheid

• Het woord 'laadsnoer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "laadsnoer" herkend door:

77 %	van de Nederlanders;
81 %	van de Vlamingen.