Nederlands

 
Uitspraak
Woordafbreking
  • kwa·si·bi·ta
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Surinaams - Nederlands [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord kwasibita
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

kwasibita

  1. (plantkunde) Quassia amara   struikachtige boom met rode bloemen
  2. (farmacologie) geneeskrachtig, bitter smakend hout van bovengenoemde struik dat zou helpen malaria te genezen
    •  
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen