• kwar·to
enkelvoud meervoud
naamwoord kwarto kwarto's
verkleinwoord - -

het kwartoo

  1. boekformaat, verkregen door een groot bedrukt vel tweemaal te vouwen, zodat een katern met 8 pagina's ontstaat
  •  quarto zn  (officiële spelling tot 1996, maar vanaf 1955 was "kwarto" al de voorkeursspelling)
  •  4o zn 
  •  4to zn 
stellend
onverbogen kwarto
verbogen

kwarto

  1. met het formaat dat ontstaat door groot bedrukt vel tweemaal te vouwen, ruwweg vergelijkbaar met A4
  •  quarto bn  (officiële spelling tot 1996, maar vanaf 1955 was "kwarto" al de voorkeursspelling)
  •  4o bn 
  •  4to bn 
27 % van de Nederlanders;
46 % van de Vlamingen.[5]