kwarto
- kwar·to
- van Latijn in quarto, in de betekenis van ‘boekformaat’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1642 [1][2][3][4]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kwarto | kwarto's |
verkleinwoord | - | - |
het kwarto o
- boekformaat, verkregen door een groot bedrukt vel tweemaal te vouwen, zodat een katern met 8 pagina's ontstaat
- quarto zn (officiële spelling tot 1996, maar vanaf 1955 was "kwarto" al de voorkeursspelling)
- 4o zn
- 4to zn
stellend | |
---|---|
onverbogen | kwarto |
verbogen |
kwarto
- met het formaat dat ontstaat door groot bedrukt vel tweemaal te vouwen, ruwweg vergelijkbaar met A4
- quarto bn (officiële spelling tot 1996, maar vanaf 1955 was "kwarto" al de voorkeursspelling)
- 4o bn
- 4to bn
- Het woord kwarto staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kwarto" herkend door:
27 % | van de Nederlanders; |
46 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ kwarto op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "kwarto" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be