Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kwam voor
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
voorkomen

kwam voor

  1. enkelvoud verleden tijd van voorkomen
    • Ik kwam voor. 
    • Jij kwam voor. 
    • Hij, zij, het kwam voor. 
Verwante begrippen


Gangbaarheid