Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kruis·re·sis·ten·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kruisresistentie -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de kruisresistentiev

  1. (medisch) gekruiste weerstand, resistent worden van bacteriestam voor antibioticum, verwant aan antibioticum waarmee bacteriestam wordt behandeld
Vertalingen

Gangbaarheid