krokant
- kro·kant
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘knapperig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1895 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | krokant | krokanter | krokantst |
verbogen | krokante | krokantere | krokantste |
partitief | krokants | krokanters | - |
krokant
- knapperig (randje, korstje bij eten)
- Het woord krokant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "krokant" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "krokant" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be