kroegkerk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kroeg·kerk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kroeg en kerk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kroegkerk | kroegkerken |
verkleinwoord | kroegkerkje | kroegkerkjes |
Zelfstandig naamwoord
- (religie) kerkdienst gehouden in een café
- Voor één keertje is een kroegkerk natuurlijk wel speciaal, maar of dit nu een blijvend fenomeen gaat worden is maar de vraag.
Gangbaarheid
- Het woord 'kroegkerk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.