• (IPA in voorbereiding)
  • krans·dier·tjes
enkelvoud meervoud
naamwoord kransdiertjes
verkleinwoord

de kransdiertjesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kransdiertje
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (dieren) een stam Cycliophora   van microscopisch kleine ongewervelde, veelcellige   organismen met een zakachtig en kruikvormig lichaam. Er zijn slechts 2 soorten in deze stam bekend, die pas in 1995 werd ontdekt