kousophouder
- kous·op·hou·der
- samenstelling van kous en ophouder
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kousophouder | kousophouders |
verkleinwoord | - | - |
de kousophouder m
- aan een kledingstuk bevestigde band, om een kous mee op te houden
- Het woord kousophouder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.