jarretelle
- Geluid: jarretelle (hulp, bestand)
- jar·re·tel·le
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kousenophouder’ voor het eerst aangetroffen in 1913 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jarretelle | jarretellen jarretelles |
verkleinwoord | jarretelletje | jarretelletjes |
- aan een kledingstuk bevestigde band, om een kous mee op te houden, kousophouder
- Het woord jarretelle staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jarretelle" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "jarretelle" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ jarretelle op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be