• ko·ro·na·test
Naar frequentie zeldzaam
m / v enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   koronatest     m: koronatesten
v: koronatesta  
  koronatester     koronatestene  
genitief   koronatests     m: koronatestens
v: koronatestas  
  koronatesters     koronatestenes  

koronatest, m / v

  1. (maatschappij), (medisch), (neologisme) coronatest
    «Det gjennomsnittlige antallet koronatester har gått ned med 38 prosent den siste uken i Norge på grunn av manglende kapasitet.»
    Het gemiddeld aantal coronatesten is de afgelopen week in Noorwegen met 38 procent afgenomen door gebrek aan capaciteit.


  • ko·ro·na·test
m enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   koronatest     koronatesten     koronatestar     koronatestane  
v enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   koronatest     koronatesta     koronatester     koronatestene  

koronatest, m / v

  1. (maatschappij), (medisch), (neologisme) coronatest